Pagina's

17 maart 2011

something is killing our honeybees

























de massale en wereldwijde bijensterfte van de laatste jaren
dreigt op korte termijn een ramp te worden 
voor de wereldvoedselvoorziening.


maar liefst 80% van alle planten op aarde
is voor voortplanting en evolutie afhankelijk
van de bestuiving van bijen.
tachtig procent...

onafhankelijke wetenschappers ontmaskerden de grote boosdoener van de bijensterfte:
een nieuw insecticidesoort dat preventief op het zaad van gewassen wordt aangebracht.
de plant die uit dat gecoat zaad groeit is en blijft in zijn geheel giftig.
bijen die ermee in aanraking komen raken besmet
en nemen het mee de bijenkasten in met alle gruwelijke gevolgen van dien.

frankrijk, italië en duitsland hebben het al grotendeels verboden.
nederland niet.
nederland breidt het gebruik zelfs uit naar grasvelden en golfbanen.
nederland verdient zo'n 750 miljoen euro per jaar aan het spul.

het aan de universiteit van wageningen verbonden onderzoeksinstituut dat staatssecretaris bleker adviseert over bestrijdingsmiddelen heeft financiële banden met...
de chemische industrie.
het ontkent dan ook in alle toonaarden enig verband tussen het gif en de bijensterfte.

terwijl vele internationale onderzoeken het tegendeel bewijzen
beroept bleker zich op de betaalde uitslagen van een omgekocht instituut.

bleker weigert in te gaan op kamervragen van de partij voor de dieren.
bleker wilde ook niet met ZEMBLA praten.
anderen gelukkig wel.

something is killing our honeybees
en ZEMBLA laat het zien.

kijk deze belangrijke uitzending van ZEMBLA met door de mand vallende voorlichters,
konkelende onderzoekers, verdrietige imkers en integere onderzoekers die hun nek uitsteken
voor de honingbij.




*ZEMBLA: de moord op de honingbij

*partij voor de dieren roept bleker naar de kamer (en blijft roepen)




13 maart 2011

david murray's sad cuban ensemble

























volkomen in verwarring rijden we de willemsbrug af.
het raarste concert ooit maakten wij zojuist mee.
we struikelen over onze en elkaars woorden 
in een poging er iets, er niets...


wat zagen we nou?
wat gebeurde er op dat podium?
wie zijn wij en wat is de zin van ons bestaan?
of nu ja, dat nog net niet, maar toch.



































eerder dien avond betreden wij lichtgeschokt de immens grote hal 
van de/het nieuwe lantaren/venster.
tientallen jaren was de/het oude l/v middenin de stad 
onze huiskamer, ons podium, ons filmhuis.
we hebben er gedanst, muziek gemaakt, muziek en toneel gekeken, 
gelachen, gehuild.
we zijn er getrouwd en gescheiden.
of nu ja, dat net niet, maar toch.


en deze cleane vertrekhal lijkt nergens op dan op een cleane vertrekhal.
hier spreek je vooral niet af met je vrienden 
om urenlang te borrelen en te zwammen.
hier wacht je op je vliegtuig.
of op een concert dus.
we zullen moeten omschakelen.
l/v is l/v niet meer is l/v geworden.


(vriend r. is nog wel vriend r.
met open armen komt hij aangelopen.
we houden elkaar erg vast.
ik ben blij dat jij leeft, betekent dat.
en ook: de dood neemt maar tijdelijk.
en ook: maar pijn doet het wel.)






























ploing: over enkele ogenblikken vertrekt uw vliegtuig.
begeeft u ordentelijk naar zaal één en houdt u zuch eigen tickets bij de hand.


en het is heus een mooie zaal, zaal één.
we doen rij vier en hoeven niemand te scalperen.
fijne stoelen, lekker koel en donker en bijna uitverkocht.
david murray zagen we al vaker.
vaak genoeg eigenlijk maar naar zijn samenwerking 
met cubaanse muzikanten kijken wij uit.
doe begint u maar hoor.


en dan.
er moet iets vreselijks zijn gebeurd in de kleedkamer, 
vlak voor het optreden.


met gezichten als oorwurms verschijnen de muzikanten op het podium.
ze pakken hun instrumenten en reageren niet op ons aarzelend applaus.
als iedereen zit en staat komt david murray opgesjokt.
de gansche band verstart.
maar moet natuurlijk wel beginnen met spelen.
oei! 
wij kijken elkaar met open oren aan.
dit is heel raar.
heel erg slecht ook, maar vooral heel raar.


een podium met negen jonge cubanen en een wankelende jazzmuzikant.
en het ergste is niet eens dat het ze allemaal volkomen ontbreekt 
aan plezier en inspiratie.
het ergste is dat ze verdrietig zijn, de cubanen.
echt waar.
een naar gezicht is het.
er moet iets lelijks gebeurd zijn in de kleedkamer.

















vage photoo maar heldere kijk; zie dien lichaamstaal nu toch eens...
ze kunnen 'm wel schieten.
het eerste uur is niet om aan te zintuigen.


langzaamaan durft de ritmesectie onderling kontakt te maken.
voorzichtig jolig slepen zij de rest er doorheen. 
achtig.
van de cubaanse klanken komt niet bar veel terecht.
een enkel moment valt de swing waar die wezen moet.
een enkel moment hopen we op een wonder.
bidden we voor beterheid.


maar de blazers staan te verlangen naar thuis.
naar hun grootmoeder en naar mooie muziek maken en dansen 
en naar alles waar jonge cubanen zo al van dromen.


ze spelen bangmatig hun niet al te beste soloos.
murray vingerknipt ze aan en uit en zelfs van het podium af.
nare man, sissik.


























murray doet nog even het kwartetspel en na de finale met het gehele
sad cuban ensemble en de nodige turbulentie landen we dan weer.
tikje luchtziek.
we knijpen vriend r. nog eens goedfijn, 
(het was zoo goed je te zien.
ik zal je alles nog wel eens vertellen)
halen onze bagage op en verlaten de hal.


volkomen in verwarring rijden we de willemsbrug af.
wat was dit?
hoe bestaat het dat negen getalenteerde cubaanse muzikanten 
zo ongelukkig op een podium staan?
hoe kan het dat murray hun namen na twee jaar touren 
nog steeds van een blaadje moet opstotteren?
hoe komt het dat er geen moment van magie, 
geen moment van ontspanning, 
geen moment van liefde voorbij kwam?


op de maasboulevard komen we tot een zwartwittheorie 
die we voor onszelf zullen houden.
terug in cuba zullen de jongens er op een dag 
om kunnen lachen, hopen we.


maar we zijn het nog niet kwijt.
negen verdrietige cubanen is veel te veel meer 
dan we hadden willen zien.






david murray cuban ensemble
zaterdag 12 maart 2011
lantaren/venster rotterdam



28 februari 2011

voor brecht: dichtweg & verbij












de natte haagsche kade ontrolt een zwarte loper
tot aan de zelfkloppende deur van nummer 51

gelieve uw maskers aan de kapstok te hangen:
de zuivere spiegels hier vragen wat ze geven

op zweefogen door de rijkdom van deze vallei
(stildroge strot schraapt huilende laarzen)

brecht is weg, brecht is terecht
wie kijkt erft zijn huid: dit liet hij ons voor

een klein afscheid in fluisterspaans
por siempre hermano - dichtweg & verbij

















voor brecht - tekeningen

galerie ramakers tot en met 20 maart 2011

opgedragen aan de vorig jaar overleden
kunstenaar brecht

brecht
arie de groot
tjibbe hooghiemstra
mat van der heijden
michel hoogervorst
hieke luik
joncquil
vittorio roerade
pat andrea
lucebert


galerie ramakers
toussaintkade 51
den haag

26 februari 2011

slecht (afsluitend) gedicht






















het ding is:
(we hebben het niet goed afgesloten)

de ruiten huilen.
de luiken klapperen.
de vogels sterven.

en allebei luisteren we.
ik naar wat jij niet zegt,
jij naar iedere tweede echo.


dit is wat het is:
(we hebben het in de steek gelaten)

het licht wankelt.
de schaduw valt droog.
de gedachten breken.

en allebei zoeken we naar water.
ik om het te rijmen, later,
jij om te vluchten, te blussen, te vluchten.


dit is wat ons rest:
(we hebben het slecht gedicht)

de verf vloekt.
de snaren roesten.
de waarheid lekt.

en allebei zijn we gevangen.
ik in de letters van mijn naam,
jij in de beloften aan al je te kleine goden 








vanop zv's volkskrantblog 31 juli 2008



11 februari 2011

draagzout







hoog staat de laatste zon
en alles is voor handen
ondood zijn of lichtlevend
het is dat verschil
dat diepe wonden slaat

er schijnt ons wat schaduw
zo nu en dan maar
zuchten doet wonderen
het is als achteruit ademen
nemeda tiurethca sla si teh

wat gisteren kroop
vliegt vandaag
en wat vandaag bloeit
sterft morgen onder gods voeten
het leven is maar klein is groot

er is schoonheid
waar we durven
het wacht tot we 't zien
en lacht als we 't vinden,
het zout dat ons draagt




voetjes van dürer
van zv's volkskrantblog 12 juni 2007

de huilende dichter


















ik zag de dichter huilen
in het glazen huis
-één regel te ver-
zijn grote handen
schoten tekort

en de dichter huilde
van schoonheid;
het woord dat hij eens
losliet keerde
nu terug naar het nest

ik zag de dichter huilen
zijn gedicht op zijn gezicht
dichter dan het woord
nooit dichter dan dat
en nooit dicht genoeg

en de dichter huilde
zilte letters
en mijn lief, zag je
hij schreef zijn naam
in mijn hart




(voor theo boomzinger dichter & schilder)


eerder geplaatst op zv's volkskrantblog 11 december 2006)

een kwartier in juni

















u zegt u was toevallig in de buurt
en of u niet stoort en mooie lavendel
neemt u plaats zeg ik en
lavendel ruikt zo paars, vindt u niet
het is dan tien voor acht 


u valt meteen maar
met uw deur in mijn huis
u zegt u hebt eens nagedacht
u verzet uw stoel en nog eens
en nee, u wilt niets drinken 


u zegt dat u een goede man bent
en ik een goede vrouw
kijk een merel o, weg is ‘ie
u spreekt zacht en ernstig
het is dan acht uur 


u zwijgt en kijkt mij aan
uw hoge woord gloeit na op uw gezicht
ik zeg u bent een goede man
en uw gedachte ontroert mij 
maar wat u wilt dat wil ik niet


u zegt ach niet geschoten is
en och is dat weer die merel die
u zegt u was toevallig toch in de
en dat u zo zoetjesaan maar eens
het is dan vijf over acht














van zv's volkskrantblog 11 juni 2007